Categorieën
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Initiatiefvoorstel-Siderius en Van Meenen Bevordering van kleinere klassen in het basisonderwijs

Dit initiatiefvoorstel van de Tweede Kamerleden Siderius (SP) en Van Meenen (D66) regelt dat er in het basisonderwijs klassen komen met minder dan 30 leerlingen.
Verder heeft het wetsvoorstel als doel dat in de komende jaren de klassen geleidelijk kleiner worden, waarbij er gestreefd wordt naar een gemiddelde klassengrootte op schoolniveau (per vestiging) van 23 leerlingen per groep. Hiermee worden de excessen van zeer grote klassen in het basisonderwijs aangepakt.
Om tot klassenverkleining in het basisonderwijs te komen regelt dit wetsvoorstel een andere definitie van de leraar/leerling ratio. In deze nieuwe definitie van de ratio wordt nog slechts bevoegd onderwijzend personeel meegenomen: leerkrachten die ook daadwerkelijk voor de klas staan. Dit betekent dat andere werknemers op scholen (zoals conciërges, klassenassistenten, begeleiders voor specifieke beperkingen, directeuren et cetera) niet meer meegerekend worden in de definitie. Door aanpassing van de definitie wordt de leraar/leerling ratio transparant en is de klassengrootte in het basisonderwijs beter te monitoren.
Na aanpassing van de definitie wordt er een maximum leraar/leerling ratio ingesteld van 29 leerlingen per fulltime equivalent bevoegd onderwijzende docent, welke daadwerkelijk verbonden is aan het primaire onderwijsproces.

Dit initiatiefvoorstel van de Tweede Kamerleden Siderius (SP) en Van Meenen (D66) regelt dat er in het basisonderwijs klassen komen met minder dan 30 leerlingen.
Verder heeft het wetsvoorstel als doel dat in de komende jaren de klassen geleidelijk kleiner worden, waarbij er gestreefd wordt naar een gemiddelde klassengrootte op schoolniveau (per vestiging) van 23 leerlingen per groep. Hiermee worden de excessen van zeer grote klassen in het basisonderwijs aangepakt.
Om tot klassenverkleining in het basisonderwijs te komen regelt dit wetsvoorstel een andere definitie van de leraar/leerling ratio. In deze nieuwe definitie van de ratio wordt nog slechts bevoegd onderwijzend personeel meegenomen: leerkrachten die ook daadwerkelijk voor de klas staan. Dit betekent dat andere werknemers op scholen (zoals conciërges, klassenassistenten, begeleiders voor specifieke beperkingen, directeuren et cetera) niet meer meegerekend worden in de definitie. Door aanpassing van de definitie wordt de leraar/leerling ratio transparant en is de klassengrootte in het basisonderwijs beter te monitoren.
Na aanpassing van de definitie wordt er een maximum leraar/leerling ratio ingesteld van 29 leerlingen per fulltime equivalent bevoegd onderwijzende docent, welke daadwerkelijk verbonden is aan het primaire onderwijsproces.

Klik hier voor meer informatie over dit wetsvoorstel.

Ben je voor of tegen wetsvoorstel 34538?

  • Voor 0%, 0
  • Tegen 0%, 0

Totaal aantal stemmen: 0

Abonneer op reacties
Abonneren op
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Terug
Home
De Macht
Wetsvoorstellen
Initiatieven
Het Volk
0
Neem deel aan het debatx