Elk jaar stelt de Tweede Kamer haar eigen begroting op, de Raming. Deze Raming wordt daarna door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toegevoegd aan hoofdstuk II A van de Rijksbegroting.
Het afpakken van crimineel vermogen dat is weggestopt in een andere Europese lidstaat worden vereenvoudigd en versneld door de Europese Confiscatieverordening. Met dit wetsvoorstel wordt de Nederlandse wetgeving aangepast ter uitvoering van deze verordening. De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op het Wetboek van Strafvordering en de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie.
Op 28 januari 2020 is een ministeriële regeling van de Wet publieke gezondheid (Wpg) vastgesteld. In deze regeling is bepaald dat het novel coronavirus (2019-nCoV) behoort tot groep A van de Wpg. Hiermee ontstaat de wettelijke meldingsplicht voor deze infectieziekte. Indien een in Nederland werkzame arts bij een door hem onderzocht persoon novel coronavirus (2019-nCoV) vermoedt of vaststelt, moet hij dit meteen melden. Ook is hiermee de bevoegdheid geactiveerd om geïnfecteerde (of vermoedelijk geïnfecteerde) personen te isoleren. Dit wetsvoorstel houdt in dat deze ministeriële regeling in de Wpg wordt opgenomen.
In dit initiatiefwetsvoorstel wordt voorgesteld om het mogelijk te maken dat raadscommissies, ingesteld op grond van artikel 82 van de Gemeentewet, ook door niet-raadsleden kunnen worden voorgezeten. Voor hen gelden dan wel de incompatibiliteiten, neergelegd in artikel 13 van de Gemeentewet. Daartoe wordt voorgesteld om de verplichting dat de voorzitter lid van de raad moet zijn, neergelegd in het vierde lid van artikel 82 Gemeentewet, te schrappen. In plaats daarvan wordt bepaald dat op voorzitters die niet tevens raadslid zijn, artikel 13 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing is. Het is verder aan de raad om op grond van het eerste lid regels te stellen over het voorzitterschap.
Met deze wijziging van de Spoorwegwet wordt ProRail omgevormd tot een zelfstandig bestuursorgaan (zbo). Die omvorming heeft tot doel om de organisatie van ProRail vorm te geven op een manier die past bij de publieke taken die ProRail uitvoert. Verder vereenvoudigt het de aansturing van ProRail en versterkt het de publieke verantwoording over de wettelijke taken en de besteding van publieke middelen, jaarlijks ruim € 2 miljard. Een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden tussen de minister van Infrastructuur en Waterstaat en ProRail, alsmede een sturing- en toezichtarrangement wat is toegespitst op de publieke taak van ProRail, biedt kansen om de publieke belangen van de hoofdspoorweginfrastructuur zo goed en efficiënt mogelijk te verwezenlijken.
Dit wetsvoorstel strekt ertoe de Kadasterwet te wijzigen zodat het Kadaster in overeenstemming met de eIDAS-verordening kan doorgaan met het geautomatiseerd aanmaken en ondertekenen van berichten van de bewaarder. Het Kadaster maakt, voor de elektronische ondertekening van volledig geautomatiseerd aangemaakte documenten, gebruik van een gekwalificeerd elektronisch zegel. Dit is in overeenstemming met de eIDAS-verordening, maar niet met de Kadasterwet. Met de voorliggende wetswijziging wordt de Kadasterwet hierop aangepast.
Dit wetsvoorstel is onderdeel van een breed offensief om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen en te houden. Het gaat hierbij om mensen met een beperking die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. Het betreft mensen die onder de Participatiewet of de Wajong vallen. Het voorstel bevat een groot aantal wijzigingen om:
a. het proces van werk vinden en behouden eenvoudiger en makkelijker te maken voor werkgevers en werkzoekenden,
b. het werken aantrekkelijker te maken voor mensen met beperkingen, en
c. bij te dragen aan duurzaam werk voor arbeidsbeperkten.
In de Participatiewet wijzigen hiervoor onder andere de regels rondom loonkostensubsidie en ondersteuning op maat zoals jobcoaching.
Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van regels omtrent de franchiseovereenkomst (Wet franchise). Doel van het wetsvoorstel is om de relatie tussen franchisegever en haar franchisenemers meer in evenwicht te brengen: eerlijker ondernemen en beter samenwerken.