Wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2021/2118 tot wijziging van Richtlijn 2009/103/EG betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PbEU 2021, L 430) (Implementatiewet zesde richtlijn motorrijtuigenverzekering).
Doel van dit wetsvoorstel is het geven van een (structurele) wettelijke taak aan gemeenten bij de opvang van asielzoekers. De regering wil zo verandering brengen in de situatie dat het Centraal orgaan opvang Asielzoeker (COA) afhankelijk is van de vrijwillige medewerking van gemeenten bij het realiseren van asielopvang en komen tot een evenwichtigere verdeling van asielzoekers over gemeenten. Ook is vanuit gemeenten de behoefte uitgesproken aan meer mogelijkheden voor kleinschalige opvang. Nederland is op basis van internationale en Europeesrechtelijke verplichtingen verplicht om asielzoekers opvang te bieden. Het Rijk is verantwoordelijk voor het opvangen van asielzoekers en het COA voert dit in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid uit. Tegelijkertijd is er tot nu toe geen wettelijke taak voor gemeenten om de opvang van asielzoekers door het COA in gemeenten mogelijk te maken. Het wetsvoorstel is niet los te zien van de huidige crisis in de asielopvang. Deze crisis is ontstaan door een veelheid aan factoren die onder meer samenhangen met het op- en weer afschalen van asielopvang capaciteit na een aantal jaar van lagere capaciteitsbehoefte.
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2021/1883 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad (PbEU 2021, L 382/1).
Vanwege de toenemende kwetsbaarheid van Nederland voor spionage is door het kabinet besloten dat aanvullende strafbaarstelling voor spionageactiviteiten wenselijk is, zoals geuit in het Coalitieakkoord 2021–2025. Dit wetsvoorstel wijzigt het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering (beiden ook voor BES) om de strafbaarheid voor spionageactiviteiten uit te breiden. Met dit voorstel wordt een zelfstandige strafbaarstelling van spionage ingevoerd. Spionageactiviteiten kunnen zich zowel richten op overheden en volkenrechtelijke organisaties als op bijvoorbeeld bedrijven en universiteiten. Daarnaast kan het verschillende vormen aannemen. Te denken valt aan het onrechtmatig verzamelen van (gevoelige) informatie of objecten, sabotage, het interveniëren in (besluitvormings)processen of beïnvloeding van personen. Deze activiteiten hebben met elkaar gemeen dat zij worden verricht door of ten behoeve van een buitenlandse mogendheid en schade toebrengen aan zwaarwegende belangen.
Regels aangaande een tijdelijke uitwisseling van persoonsgegevens ter identificering van de ouders die gedupeerd zijn als gevolg van problemen bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag en geconfronteerd zijn met uithuisplaatsing van kinderen (Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT).
Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State en enige andere wetten in verband met enkele wijzigingen in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, alsmede de regeling van enige andere onderwerpen.
Goedkeuring van het op 29 augustus 2021 te Abu Dhabi tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Arabische Emiraten inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken (Trb. 2021, 116).