Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 14 maart 1978 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime
Dit initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden De Graaf, Fritsma en Markuszower (allen PVV) is bedoeld om via een bestuurlijke maatregel administratieve detentie wettelijk mogelijk te maken voor terroristen en andere personen die een bedreiging kunnen vormen voor de nationale veiligheid zoals jihadisten en sympathisanten van de jihad. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) kan op voorstel van de AIVD aan een persoon een vrijheidsontnemende maatregel opleggen ter bescherming van de nationale veiligheid.
Dit initiatiefvoorstel van het Tweede Kamerlid Kuiken (PvdA) (die de verdediging heeft overgenomen van het Kamerlid Hoogland (PvdA)) voorziet in de invoering van een verzwaarde en getrapte regeling voor rijontzeggingen wegens het besturen van een motorrijtuig onder invloed van alcohol of drugs, alsook de verlaging van de wettelijke ondergrens voor het verliezen van de geldigheid van het rijbewijs en voor de verplichte overgifte van het rijbewijs. De huidige regeling voor alcohol en drugs biedt de strafrechter de mogelijkheid om bij recidive van zware verkeersdelicten een bestuurder de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor ten hoogste tien jaren te ontzeggen. Dit voorstel introduceert een getrapte regeling om niet nuchtere bestuurders langer dan thans mogelijk is een rijontzegging op te leggen. De voorgestelde regeling beoogt in geval van onherroepelijke veroordelingen de drank- of drugsrijder de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen in cumulatieve stappen van tien jaar per nieuwe onherroepelijke veroordeling te ontnemen. Uiteindelijk kan de bevoegdheid tot het besturen van een motorrijtuig levenslang worden ontzegd. Daarnaast regelt dit voorstel het verlagen van de ondergrens voor het verliezen van de geldigheid van het rijbewijs, alsmede die voor de verplichte overgifte van het rijbewijs. De wettelijke grens gaat naar 350 microgram per liter (mg/l) uitgeademde lucht, dan wel een alcoholgehalte van 0,8 promille per liter bloed, in plaats van de nu geldende 570 mg/l onderscheidenlijk 1,3 promille.
Dit initiatiefvoorstel van de leden Maij (PvdA) en Anne Mulder (VVD) beoogt de informatiepositie van het parlement in EU-zaken structureel te borgen en uit te breiden. De indieners willen vastleggen dat de regering alle EU-informatie die zij heeft, in beginsel ook deelt met het parlement. De precieze inzetten van de Nederlandse regering aan Europese onderhandelingstafels en overleggremia moeten voor de Kamer inzichtelijk zijn. De wet zorgt voor een helder overzicht van gevraagde EU-informatie en voor inzicht in deze EU-informatie en leidt tot een betere naleving van informatieafspraken tussen de regering en beide Kamers. Centraal uitgangspunt in dit voorstel is dat de regering het parlement uitgebreid, zo spoedig mogelijk en continu informeert over alle zaken met betrekking tot de Europese Unie, en met het uitgangspunt een openbare behandeling. De Staten-Generaal moeten daarover te allen tijde de gelegenheid hebben om, waar mogelijk, tijdig met de regering in overleg te gaan over de verstrekte informatie. De regering geeft middels leeswijzers duiding bij de verstrekte informatie zodat ook bij een grotere hoeveelheid documenten de inhoud overzichtelijk blijft. Uitgangspunt blijft om de informatie zoveel mogelijk openbaar te kunnen behandelen. Waar dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat openbaarheid van de informatie de Nederlandse onderhandelingspositie schaadt, vindt de parlementaire controle deels plaats in vertrouwelijkheid. Dat is tot nu toe niet gebruikelijk.
Dit wetsvoorstel beoogt de instelling van een centraal aandeelhoudersregister. Dit register verzamelt en ontsluit informatie over aandelen en aandeelhouders voor publieke diensten, notarissen en instellingen die op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme verplicht zijn tot cliëntenonderzoek (Wwft-instellingen). Het geeft hierdoor zicht op wie schuil gaan achter vennootschappen en levert een waardevolle bijdrage aan het doel dat hiermee wordt gediend: voorkoming en bestrijding van financieel-economische criminaliteit door middel van rechtspersonen en bijdragen aan rechtszekerheid in het rechtsverkeer. De Tweede Kamerleden Nijboer (PvdA) en Alkaya (SP) hebben de verdediging van het voorstel overgenomen van de oud-Kamerleden Groot (PvdA) en Gesthuizen (SP).
Het wetsvoorstel strekt ertoe in het Wetboek van Strafrecht een nieuw kader op te nemen voor het doen van strafrechtelijk onderzoek naar de rechtmatigheid van geweldgebruik door een opsporingsambtenaar en een afzonderlijke strafuitsluitingsgrond voor opsporingsambtenaren die geweld hebben toegepast in de rechtmatige uitoefening van hun functie en een strafbaarstelling van schending van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren te introduceren.
De initiatiefnemers staan een modernisering van het nationaliteitsrecht voor. Zij constateren dat een overgrote meerderheid van de staten tegenwoordig positief tegenover de mogelijkheid van een meervoudige nationaliteit staat. Dit wetsvoorstel laat de vervalgronden voor verlies van Nederlanderschap bij vrijwillige aanname van een andere nationaliteit vervallen. Wie Nederlander is, blijft dat, tenzij hij of zij er afstand van doet of er een andere reden voor verlies is, zoals bijvoorbeeld het treden in vreemde krijgsdienst van een staat die betrokken is bij gevechtshandelingen tegen het Koninkrijk. Het niet binnen tien jaar verlengen van het Nederlandse paspoort, terwijl hij of zij ook in bezit is van een andere nationaliteit, is dus geen reden meer tot verlies van de Nederlandse nationaliteit.
Met onderhavig initiatiefwetsvoorstel geeft de initiatiefnemer uitvoering aan een tweetal aanbevelingen van de werkgroep Benoemingen en Voordrachten van de Tweede Kamer. Daarbij wordt voorgesteld een minimumaantal van drie kandidaten te vermelden op aanbevelingslijsten ten behoeve van voordrachten voor benoemingen van leden van de Algemene Rekenkamer en de Hoge Raad der Nederlanden, alsmede om de ambtstermijn van de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman vast te stellen op zes jaren.
De bestaande Telecommunicatiewet beschermt consumenten slechts ten dele tegen ongewenste, ongevraagde telefoontjes. Consumenten die niet gebeld willen worden, moeten dat elke keer opnieuw, bij elk telefoongesprek, laten weten aan degene die hen belt. Gelukkig voor consumenten bestaat naast de wet ook zelfregulering. Die zelfregulering heeft de vorm van een register, infofilter genaamd, waarin mensen kunnen laten opnemen dat zij geen prijs stellen op telefonische benadering voor marktonderzoek of voor commerciële, ideële of charitatieve boodschappen. Echter nog altijd is er een aanzienlijk aantal bedrijven dat de zelfreguleringscode ten aanzien van telemarketing niet onderschrijft en die weigert gebruik te maken van de diensten van infofilter. Dat leidt tot nodeloze irritatie bij mensen die menen zich middels aanmelding bij infofilter te hebben gevrijwaard van ongevraagde telefoontjes. Het is zowel voor consumenten als voor bedrijven beter als ieder bedrijf de registratie van infofilter zou moeten respecteren. In het voorliggende wetsvoorstel wordt dat geregeld. Het geeft het nationale bel-me-niet-register («infofilter») een wettelijke basis.
Dit wetsvoorstel beoogt de wettelijke erkenning van de Nederlandse Gebarentaal. Dit versterkt de positie van de gebruikers van de Nederlandse Gebarentaal. Gebarentaligen die doof zijn, kunnen zich nadrukkelijker beroepen op ond+E172ersteuning in hun eigen taal. Het wetsvoorstel beoogt de volgende zaken concreet te regelen met betrekking tot de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal: 1. Erkenning van de Nederlandse Gebarentaal als officiële taal; 2. Bevordering van gebruik van Nederlandse Gebarentaal door de rijksoverheid; 3. Instellen van een Orgaan voor de Gebarentaal (waarin Doven goed vertegenwoordigd zijn) als adviesorgaan.