Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake Coronamaatregelen.
Dit wetsvoorstel wijzigt de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2021 van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze wijzigingen houden verband met de uitgaven inzake coronamaartregelen.
Met dit reparatiewetsvoorstel ter vereenvoudiging van de uitvoering van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten wordt een vervolgstap gezet door administratieve handelingen in beide wetten te vereenvoudigen. Hiermee wordt bijgedragen aan een soepelere uitvoeringspraktijk. Ook worden enkele technische onvolkomenheden hersteld.
In het Preventieakkoord is afgesproken om te streven in 2040 een rookvrije generatie te realiseren. Ingezet wordt op een tabaksontmoedigingsbeleid dat bestaat uit meerdere maatregelen die met elkaar samenhangen. In aanvulling op deze maatregelen strekt onderhavig wetsvoorstel ertoe om elektronische verhittingsapparaten, en onderdelen daarvan, bestemd voor de consumptie van tabak of tabaksproducten onder het toepassingsbereik van de wet te brengen en het mogelijk te maken eisen te stellen aan het uiterlijk van sigaretten.
Met dit wetsvoorstel wordt artikel 3 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg aangepast. Met de voorgestelde wetswijziging valt onder het begrip «goede zorg» ook de invloed van zorgverleners op het primaire proces van zorgverlening en zorginhoudelijk beleid van de organisatie. Het uitgangspunt van deze wetswijziging is dat binnen zorginstellingen niks over de vakinhoud en beroepsontwikkeling van de zorgverlener wordt besloten, zonder deze daarbij te betrekken.
Voor een gezonde ontwikkeling van het kind is het cruciaal dat het kind een goede start maakt in de eerste 1000 dagen. Om een gezonde ontwikkeling van het ongeboren kind te bevorderen en het ontstaan van gezondheids- en ontwikkelingsrisico’s voor het kind te beperken, is het van belang hulp en ondersteuning al tijdens de zwangerschap te bieden. Met dit voorstel tot wijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg) krijgen gemeenten de taak om een prenataal huisbezoek aan te bieden aan zwangere vrouwen en/of gezinnen in een kwetsbare situatie in hun gemeente. De gemeente moet deze taak opdragen aan dezelfde organisatie die voor de gemeente de JGZ uitvoert.
Het rapport over de derde evaluatie van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) en het daarop uitgebrachte kabinetsstandpunt zijn respectievelijk in 2018 en 2019 aangeboden aan de Tweede Kamer. In dit rapport worden een aantal aanbevelingen gedaan. Het wetsvoorstel geeft uitvoering aan deze aanbevelingen. Ten eerste wordt met dit voorstel buiten twijfel gesteld dat de in de WMO bedoelde schriftelijke toestemming onder bepaalde voorwaarden ook langs elektronische weg kan worden verleend. Ten tweede wordt de bevoegdheid geregeld voor de ambtenaren van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd om voor zover noodzakelijk, bij degene die het onderzoek uitvoert gegevens over de gezondheid van proefpersonen in te zien, daarvan kopieën te maken, deze voor korte tijd mee te nemen of inlichtingen ter zake te vorderen. Tot slot bevat het voorstel een enkele wijziging van technische aard.
Dit wetsvoorstel regelt een wettelijke grondslag voor de verwerking van (gepseudonimiseerde) persoonsgegevens ten behoeve van kwaliteitsregisters van verslavingszorg en traumazorg. Daarnaast regelt het wetsvoorstel een grondslag voor de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
Voorgesteld wordt om het aantal regionale tuchtcolleges van vijf terug te brengen tot drie. Hier wordt invulling gegeven door twee regionale tuchtcolleges (Groningen en Den Haag) op te heffen en het regionale tuchtcollege van Eindhoven naar ‘s-Hertogenbosch te verplaatsen. Het wetsvoorstel heeft voorts betrekking op de volgende onderwerpen: de bevoegdheidsregeling; wijziging van de verhouding tussen leden en plaatsvervangers; afschaffing van de functie van plaatsvervangend secretaris; de interne regeling van de werkzaamheden in de tuchtcolleges.