Doel van dit initiatiefwetsvoorstel, van de leden Verhoeven en Jetten (beiden D66), is het Nederlandse lidmaatschap van de Europese Unie in onze Grondwet te verankeren en daarin ook te regelen met welke procedure dit lidmaatschap eventueel beëindigd zou kunnen worden.
De initiatiefnemers willen dat er een einde komt aan de ongelijke beloning tussen mannen en vrouwen. Organisaties met meer dan vijftig werknemers worden verplicht aan te tonen dat er bij hen sprake is van gelijk loon voor gelijk werk. Er moet een certificeringssysteem komen, waarbij het verplicht wordt iedere drie jaar cijfers aan te leveren over het salaris van de werknemers. Als er sprake is van ongelijke beloning, dan krijgt de werkgever de kans de situatie te verbeteren. Indien daar geen gevolg aan wordt gegeven volgen boetes. De Inspectie SZW wordt de toezichthoudende instantie.
Dit wetsvoorstel voorziet in een nieuw hoofdstuk 14a in de Telecommunicatiewet. Het hoofdstuk regelt dat voorkomen wordt dat een ongewenste partij zodanige zeggenschap verwerft in de communicatie-infrastructuur of dienstverlening dat hier misbruik van gemaakt kan worden. Bijvoorbeeld door de Nederlandse regering onder druk te zetten door te dreigen met uitval met maatschappelijk ontwrichtende effecten of de zeggenschap misbruikt om op grote schaal de vertrouwelijkheid van de communicatie te schenden.
Dit wetsvoorstel regelt dat de bepalingen over het lerarenregister, die met de Wet beroep leraar in de verschillende onderwijswetten terecht zijn gekomen, worden geschrapt. Hetzelfde geldt voor de bepalingen over het professioneel statuut, mede gezien het feit dat binnen het middelbaar beroepsonderwijs onduidelijkheid bestaat over de verhouding tot het reeds bestaande professioneel statuut.
Dit initiatiefwetsvoorstel van de leden Wilders en Bosma (beiden PVV) stelt een wijziging voor van de Grondwet zodat personen die naast de Nederlandse nationaliteit ook een of meerdere vreemde nationaliteiten bezitten worden uitgesloten van het actieve kiesrecht. Daarnaast wordt voorgesteld in de Grondwet op te nemen dat enkel personen met uitsluitend de Nederlandse nationaliteit mogen worden aangesteld en/of worden benoemd als bepaalde (politieke) ambtsdragers. Onder bepaalde (politieke) ambtsdragers verstaan de initiatiefnemers de Minister-President, ministers, staatssecretarissen, leden van de Staten-Generaal, leden van de gemeenteraad, leden van de provinciale staten, leden van de Raad van State, leden van de Algemene Rekenkamer, leden van de gedeputeerde staten, leden van de Waterschappen, wethouders, de Nationale ombudsman, de commissaris van de Koning en de burgemeester.
Dit initiatiefwetsvoorstel van het lid Van Raak (SP) stelt voor om de Grondwet zodanig te wijzigen dat het houden van een correctief referendum mogelijk wordt. Van Raak verwijst in zijn onderbouwing van het voorstel ook naar het rapport ‘Lage drempels, hoge dijken’ van de Staatscommissie parlementair stelsel (Commissie Remkes) waarin ook wordt geadviseerd het correctief referendum mogelijk te maken.
Het voorstel van Rijkswet regelt dat artikel 58 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, dat gaat over de beëindiging van de rechtsorde zoals neergelegd in het Statuut, niet enkel geldt voor Aruba maar ook voor Curaçao en Sint Maarten. Tevens regelt het wetsvoorstel dat de noodzaak tot het houden van een referendum hiertoe vervalt. Ook komt de eis van een meerderheid van twee derden van de stemmen van het aantal zitting hebbende leden te vervallen. Daarnaast regelt het wetsvoorstel dat bij wijziging van de Grondwet regels worden gesteld voor het geval Bonaire, Sint Eustatius of Saba wensen geen deel uit te maken van het staatsbestel van Nederland.
De Wet open overheid (hierna: Woo) wil een transparante en actief openbaar makende overheid. Dat doel blijft ongewijzigd. Het bleek echter dat er zorgen bij overheden bestonden over de interpretatie, uitvoerbaarheid en kosten van het wetsvoorstel. De initiatiefnemers zijn van oordeel dat de door hen gewenste (cultuur)verandering niet zal worden bereikt als overheden zelf twijfels hebben over deze aspecten van de wet. Met deze wijzigingswet worden daarom onduidelijkheden in de Woo verhelderd, wordt een aantal inhoudelijke wijzigingen voorgesteld en wordt een aantal technische verbeteringen geformuleerd. Het doel van de Woo blijft ongewijzigd. Het is en blijft belangrijk dat er een cultuurverandering ten aanzien van de omgang met informatie plaatsvindt bij de overheid. Wel wordt de wet nu verduidelijkt en de uitvoerbaarheid verbeterd. Hiermee is steun voor het gewijzigde wetsvoorstel gevonden bij zowel de Rijksoverheid als bij de decentrale overheden.
De voorwaarden voor de inkoop van lokale zorg in het sociaal domein zijn de laatste jaren veranderd. Europese wetgeving verplicht gemeenten tegenwoordig om de inkoop van van diensten en zorg boven een bedrag van 750.000 euro aan te besteden. Volgens de initiatiefnemers wordt dit door zowel gemeenten als aanbieders als zeer onwenselijk ervaren. Het voorliggende wetsvoorstel voorziet in een wijziging van de Aanbestedingswet 2012 waardoor gemeenten niet meer verplicht zijn aan te besteden in het sociale domein.
Dit initiatiefvoorstel heeft als doel dat het verantwoordingsorgaan (Vo) en het belanghebbendenorgaan (Bo) bij pensioenfondsen een goedkeuringsrecht op het uitsluitingenbeleid van het pensioenfonds en een adviesrecht op het maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid krijgen. Dit maakt bijvoorbeeld mogelijk dat een verantwoordingsorgaan of een belanghebbendenorgaan ervoor zorgt dat een pensioenfonds tabaksbedrijven uitsluit van haar beleggingsportefeuille of het pensioenfondsbestuur adviseert een duurzamer beleggingsbeleid te voeren. De Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Wvb) moeten daarvoor worden gewijzigd.