Dit wetsvoorstel wijzigt de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2020 van het Deltafonds. Deze wijziging houdt verband met de Voorjaarsnota.
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de uitvoering van verordening (EU) 2018/858 en andere besluiten van de Europese Unie betreffende de goedkeuring van en het marktoezicht op motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Uitvoeringswet verordening (EU) 2018/858)
Met deze wijziging van de Spoorwegwet wordt ProRail omgevormd tot een zelfstandig bestuursorgaan (zbo). Die omvorming heeft tot doel om de organisatie van ProRail vorm te geven op een manier die past bij de publieke taken die ProRail uitvoert. Verder vereenvoudigt het de aansturing van ProRail en versterkt het de publieke verantwoording over de wettelijke taken en de besteding van publieke middelen, jaarlijks ruim € 2 miljard. Een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden tussen de minister van Infrastructuur en Waterstaat en ProRail, alsmede een sturing- en toezichtarrangement wat is toegespitst op de publieke taak van ProRail, biedt kansen om de publieke belangen van de hoofdspoorweginfrastructuur zo goed en efficiënt mogelijk te verwezenlijken.
Met dit wetsvoorstel worden de bepalingen uit het genoemde Protocol verwerkt in de Nederlandse wetgeving. Door het Protocol worden onderdelen van het in de titel genoemde Verdrag aangepast die relevant zijn voor de internationale samenwerking in de aanpak van zogeheten ‘unruly passengers’; personen die zich aan boord van vliegtuigen schuldig maken aan ongewenst gedrag zoals dronkenschap of het niet voldoen aan aanwijzingen door de gezagvoerder. Het gaat daarbij doorgaans om minder ernstige strafbare feiten en andere handelingen.
Het grootste deel van de verplichtingen uit het Protocol is al geregeld in de Nederlandse wetgeving; de nog tot stand te brengen uitvoeringswetgeving is dan ook van geringe omvang. Zo voorziet het Protocol in een verplichting tot vestiging van rechtsmacht voor de situatie dat aan boord van een (niet-Nederlands) luchtvaartuig een strafbaar feit is gepleegd en dat luchtvaartuig vervolgens in Nederland landt met de verdachte nog aan boord.
Dit wetsvoorstel voorziet in de invoering van een algemeen vuurwerkverbod voor consumenten. Alleen onder zeer strikte voorwaarden bij algemene maatregel van bestuur moet de mogelijkheid bestaan voor uitzonderingen op dit algemeen vuurwerkverbod voor consumenten. Deze uitzondering zou alleen mogelijk moeten zijn als, naast de nu al geldende voorwaarden, voldaan wordt aan het uitgangspunt: ‘zo veilig, zo stil en zo dier- en milieuvriendelijk als mogelijk’.
Het professioneel afsteken van vuurwerk, onder de bij of krachtens het Vuurwerkbesluit gestelde nadere regels, blijft volgens dit wetsvoorstel ongemoeid.
Bij de implementatie van EU-richtijn nr. 2003/59/EG van 15 juli 2003 in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement rijbewijzen en de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 is gebleken dat daarbij ten onrechte vrijstellingen zijn opgenomen van de basiskwalificatie en van de nascholing voor bestuurders die vóór 1 juli 1955 geboren zijn. Hoewel deze vrijstelling al per 1 juni 2015 is vervallen bleken de getuigschriften van vakbekwaamheid (ook wel code 95 genoemd), die op rijbewijzen zijn geplaatst, nooit vervallen. Dit wetsvoorstel voorziet erin dat die getuigschriften alsnog ongeldig worden.
Dit voorstel van wet bevat een aantal wijzigingen op het gebied van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De wijzigingen betreffen de Algemene wet bestuursrecht, de Arbeidstijdenwet, de Binnenvaartwet, de Drinkwaterwet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wegenverkeerswet 1994, de Wet luchtvaart, de Wet milieubeheer, de Wet overleg infrastructuur en milieu, de Wet personenvervoer 2000, de Wet scheepsuitrusting 2016, en de Wet wegvervoer goederen. Het gaat in dit wetsvoorstel om het herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede andere wijzigingen van ondergeschikte aard, waaronder onjuiste verwijzingen en verduidelijkingen.
Met dit wetsvoorstel worden de bepalingen betreffende het opleggen en de uitvoering van het alcoholslotprogramma (ASP) in het kader van het bestuursrecht geschrapt uit de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (WRM 1993).
Directe aanleiding vormt de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 maart 2015. Deze uitspraak heeft ertoe geleid dat het CBR niet langer het ASP oplegt, maar in plaats daarvan een educatieve maatregel alcohol en verkeer of in geval van recidive een geschiktheidsonderzoek alcohol. Het aantal deelnemers aan het ASP nam daardoor flink af.