De huidige wetgeving stelt gemeenten verplicht om zogenaamde vergunninghouders (asielzoekers met een verblijfsstatus) binnen een bepaalde periode te huisvesten (in de regel 12 weken). De reeds bestaande wachtlijsten voor sociale woningbouw en de toename van de vraag naar woonruimte, als gevolg van de instroom van asielzoekers, legitimeren de vraag in hoeverre een voorkeursbehandeling van vergunninghouders wenselijk is. Initiatiefnemer spreekt van een onevenwichtigheid in het systeem en stelt voor om de gemeentelijke plicht om zorg te dragen voor opvang van asielzoekers te laten vervallen, en de genoemde groep op de reguliere wachtlijsten te plaatsen. Men is immers reeds gehuisvest (in de opvang) en de noodzaak van nieuwe woonruimte is voor deze groep niet per definitie groter dan die van andere woningzoekenden.
Dit initiatiefwetsvoorstel van het Tweede Kamerlid Klein (Klein) maakt het voor partijen die willen deelnemen aan de verkiezingen mogelijk om kandidatenlijsten of daarmee samenhangende bescheiden zoals ondersteuningsverklaringen voortaan ook elektronisch – digitaal – in te leveren. Vanwege het ondertekenen van deze documenten moet dit nu nog op papier gebeuren. Om deze procedure te veranderen is een wijziging van de Kieswet nodig.
Dit wetsvoorstel regelt de goedkeuring van een aantal regelingen over de BES-eilanden. In de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31.957) is geregeld dat van oorsprong Nederlands-Antilliaanse wetten bij ministeriële regeling gewijzigd kunnen worden.
Met dit wetsvoorstel worden de wijzigingen van de Werkliedenwet 1944 BES en intrekking van de Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES en de Wet tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden BES (Stcrt. 2011, 15554), de wijziging van de Luchtvaartwet BES (Strct. 2011, 17349) en de regeling tot herstructurering van het materieel ambtenarenrecht BES (Stcrt. 2011, 18097) goedgekeurd.
Dit voorstel is het gevolg van de wijziging van de positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden) binnen het Koninkrijk en maakt deel uit van het pakket van wetsvoorstellen die zijn ingediend in het kader van de staatkundige vernieuwing van het Koninkrijk (31.568).
Dit wetsvoorstel heeft als doel de Nederlandse burger een raadgevende stem te geven in de advisering van de regering over de wenselijkheid van minaretten in Nederland.
Naar het oordeel van initiatiefnemers is de huidige staatsrechtelijke positie met bijbehorende bevoegdheden van de Koning te sterk geënt op de rol die deze in het verre verleden had. Dit voorstel van rijkswet, ter wijziging van de Grondwet, en de twee daarmee gepaard gaande voorstellen (Kamerstuk 32865 en Kamerstuk 32867) voorzien derhalve in een modernisering van de rol van de Koning in ons staatsbestel. Daarbij wordt beoogd de Koning een representatieve en ceremoniële rol als staatshoofd toe te kennen
Naar het oordeel van initiatiefnemers is de huidige staatsrechtelijke positie met bijbehorende bevoegdheden van de Koning te sterk geënt op de rol die deze in het verre verleden had. Dit wetsvoorstel, ter wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, en de twee daarmee gepaard gaande voorstellen (Kamerstuk 32866 en Kamerstuk 32867) voorzien derhalve in een modernisering van de rol van de Koning in ons staatsbestel. Daarbij wordt beoogd de Koning een representatieve en ceremoniële rol als staatshoofd toe te kennen.
Naar het oordeel van initiatiefnemers is de huidige staatsrechtelijke positie met bijbehorende bevoegdheden van de Koning te sterk geënt op de rol die deze in het verre verleden had. Dit wetsvoorstel, ter wijziging van de Grondwet, en de twee daarmee gepaard gaande voorstellen (Kamerstuk 32865 en Kamerstuk 32866) voorzien derhalve in een modernisering van de rol van de Koning in ons staatsbestel. Daarbij wordt beoogd de Koning een representatieve en ceremoniële rol als staatshoofd toe te kennen.
Het voorstel strekt ertoe de tweede volzin van artikel 1 van de Grondwet aan te vullen met de anti-discriminatiegronden handicap en hetero- of homoseksuele gerichtheid. Na een inleidende paragraaf, maakt de Raad opmerkingen over de noodzaak van het expliciteren van deze twee gronden, de effecten ervan, de gekozen terminologie en de maatschappelijke acceptatie in relatie tot de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Dit initiatiefvoorstel van het Tweede Kamerlid Arib (PvdA) wijzigt de Wet op de lijkbezorging waardoor het bij alle overlijdensgevallen van minderjarigen verplicht wordt een forensisch arts in te schakelen. De initiatiefnemer ziet dit voorstel als een eerste stap naar procedures om alle dood als gevolg van mishandeling of verwaarlozing van kinderen op te sporen.
De forensisch arts mag niet de behandelende arts van de overledene zijn. De kennis en vaardigheden van de forensisch arts worden vastgesteld in een ministeriële regeling.