Het wetsvoorstel beoogt de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen te versterken. Het gaat daarbij om de kaderstellende en controlerende rol van gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen van waterschappen bij de uitvoering van taken in gemeenschappelijke regelingen. Om de versterking te bereiken, wordt een aantal bestaande instrumenten van de volksvertegenwoordiging aangepast en aangevuld. Daarnaast richt het wetsvoorstel zich op het vergroten van participatiemogelijkheden van burgers en belanghebbenden bij de besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen.
Het voorstel bevat een groot aantal wijzigingen van de Kieswet. Belangrijkste onderdeel is de introductie van een nieuwe manier voor de vaststelling van verkiezingsuitslagen. Hierbij wordt de mogelijkheid van centrale stemopneming waarmee sinds 2014 is geëxperimenteerd in de Kieswet opgenomen. Verder bevat het voorstel wijzigingen die betrekking hebben op het stemmen vanuit het buitenland en een aantal meer technische aanpassingen die onder meer voortvloeien uit eerdere adviezen van de Kiesraad.
De budgettaire gevolgen van de coronamaatregelen worden aan de Staten-Generaal voorgelegd. Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswetten heeft geautoriseerd. Aangezien uitstel van uitvoering van deze spoedeisende maatregelen die in het belang van het Rijk zijn, mogelijk niet in alle gevallen kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet waar nodig de uitvoering van de maatregelen eerder starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.
Deze incidentele suppletoire begroting (ISB) wijzigt de begrotingsstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2020 (35.300 VII) in verband met maatregelen voor het doorbouwen tijdens de coronacrisis en in verband met vergoeding van rouwvervoer.Het betreft de budgettaire verwerking van middelen die beschikbaar gesteld zijn om te zorgen dat de bouw ten tijde van de coronacrisis op gang wordt gehouden en middelen om extra vervoerskosten voor nabestaanden van overleden coronapatiënten die overgebracht moesten worden naar andere ziekenhuizen te compenseren.
In deze slotwet zijn de laatste wijzigingen van de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad over 2019 opgenomen.